05 February 2020

Ottema's reply to "De Panschâb Kolonie..." (1877)

Short essay, initially published in the Friesche Courant (Sept. 13, 1877) and later inlcuded as addendum in Geschiedkundige aanteekeningen en ophelderingen (1878).

English translation may be improved and more notes may be added.


De Pandschâb Kolonie van het Oera Linda Bok,
door J.F. Berk.
Zwolle. H.C. Dröse, 1877.
(reply to)
The Punjab colony
of the Oera Linda Book
by J.F. Berk
3
Bij dit boekje moet ik mij tegen den titel verzetten. Het Oera Linda Boek kent geen land met den naam Pandschâb, maar alleen eene rivier Pangab. Wat wij Pandschâb noemen, is het land aan den boven-Indus tot aan het punt, waar de vijf rivieren zich tot één stroom vereenigen. Doch dáár, aan den boven-Indus, hebben de Friezen, onder aanvoering van hunne Moeder Geert, zich niet neergezet. Dat was ook onmogelijk. I have to oppose the title of this booklet. The Oera Linda Book does not know a country called Punjab, only a river Pangab. What we call Punjab is the land on the upper Indus to the point where the five rivers merge into one stream. But there, on the upper Indus, the Frisians, led by their Mother Geart, did not settle. That would also have been impossible. See chapters 9c. The Geartmen Move to Punjab14d1. Alexander the king and 16d. Liudgeart: Punjab Report
Door de straat van de Roode Zee gevaren en de Indische Zee ingezeild, kwamen zij toch niet aan de bronnen van den Indus, maar aan de monden van deze rivier, en hier, aan den beneden-Indus, in de Delta, in de laagte, hebben zij hunne woonplaats gevestigd en zijn zij gebleven. Having sailed through the Red Sea and into the Indian Sea, they did not come to the sources of the Indus, but to the mouths of this river, and here, on the lower Indus, in the Delta, in the lowlands, they have established their residence and remained. 3
Hier in het land, door de Grieken Pattalene genoemd, woonden zij ook nog, toen Alexander fon boppa (van den boven-Indus) allingen thêr strâm (langs den midden-Indus) hunne thorpa (aan den beneden-Indus) kêm bifâra. Zij hebben dus altijd in die Delta gewoond, en wil men die aan den Indus gevestigde Friezen (Gêrtmanna) eene kolonie noemen, van eene Pandschâb Kolonie kan er in het Oera Linda Boek geene sprake zijn. Here in the country, called Pattalene by the Greeks, they also lived when Alexander came sailing from above (from the upper Indus) along the stream (along the middle Indus) to their villages (on the lower Indus). So they have always lived in that Delta, and if one were to call those Frisians settled at the Indus (Geartmen) a colony, there can be no question of a Punjab Colony in the Oera Linda Book. [120/15KÉM ALEXANDRE THAM KÉNING MITH EN WELDICH HÉR FON BOPPA ALLINGEN THÉR STRÁM VSA THORPA BIFARA
Hiermede vervalt terstond al wat de heer Berk, op grond van zijne veronderstelling, in de eerste veertien bladzijden van zijn betoog geschreven heeft. Dat alles heeft met het Oera Linda Boek niets te maken. Die kampstrijden van Ariers en Turaniers (zoo die historisch zijn) aan den boven-Indus gingen de Friezen aan den beneden-Indus volstrekt niet aan en geheel buiten hen om. This means that all that Mr Berk has written in the first fourteen pages of his argument immediately lapses. All this has nothing to do with the Oera Linda Book. The wars between the Arians and Turanians (if they are historical) at the upper Indus did not concern the Frisians at the lower Indus and they will not have been involved. 3
Omtrent den verderen inhoud der brochure van den heer Berk, vermeen ik te kunnen volstaan met te verwijzen naar mijne brochure: De Deventer Courant en het Oera Linda Boek, bl. 1—13, en naar die van den heer L.F. Over de Linden: Beweerd, maar niet bewezen, bl. 37—39. Regarding the further content of Mr Berk's brochure, I think it is sufficient to refer to my brochure: The Deventer Courant and the Oera Linda Boek, p. 1—13, and to that of Mr L.F. Over de Linden: Beweerd, maar niet bewezen, p. 37—39. 3
De geheele redeneering van den heer Berk berust op twee ongerijmde veronderstellingen: 1. dat de Friezen aan den Indus in de Pandschâb zouden gewoond hebben; 2. dat het O.L.B. het werk zoude zijn van één schrijver, en wel van iemand uit de tegenwoordige eeuw. Het eene is even onbestaanbaar als het andere. Het O.L.B. is alleen begrijpelijk, wanneer men het neemt, zooals het zich voordoet, d.i. als eene verzameling van stukken uit verschillende tijden en oorden, door verschillende personen opgeteekend, die, in eene familie bewaard, eene soort van familie-archief uitmaken. Mr. Berk's entire reasoning is based on two absurd assumptions: 1. that the Frisians at the Indus would have lived in the Punjab; 2. that the OLB would be the work of one writer, someone from the present century. The one is just as impossible as the other. The OLB is only understandable if one takes it for what it is: a collection of texts from different ages and places, written by different authors, and which, preserved in one family, make up a sort of family archive. 3
Eene zevenjarige onafgebroken bestudeering van dat boek en alles wat er over geschreven is, heeft mij steeds in deze overtuiging bevestigd. A seven-year continuous study of that book and everything that has been written about it has always confirmed me in this conviction. 3
De taal van het Oera Linda Boek strookt niet met de taalkundige begrippen van den heer Beckering Vinckers. Dat wil ik gaarne gelooven. De oud-Friesche wetten doen dat evenmin. The language of the Oera Linda Book is inconsistent with the linguistic concepts of Mr Beckering Vinckers. I will gladly believe that. Neither do the old Frisian laws. 3
Zij strookt ook niet in allen deele met de Friesche spraakleer van Rask en Hettema (1832). Nor is it entirely consistent with the Frisian speech theory of Rask and Hettema (1832). 3
Deze is getrokken uit de oud-Friesche Wetten en Landrechten, die, uit verschillende oorden van het oud-Friesche vaderland herkomstig, even zoo vele dialecten vertegenwoordigen, en alle in taalvormen en spelling van elkander verschillen. Maar daarom kan men niet eischen, dat andere geschriften zich ook naar die zelfde spraakleer zullen voegen. This is drawn from the Old Frisian Laws and Land Rights, which, from different places of the old Frisian fatherland, represent just as many dialects, and all differ in language forms and spelling. But that does not mean one can demand that other writings will also conform to the same speech theory. 3
Van het Oera Linda Boek moet de Grammatica nog gemaakt worden. Daartoe moeten alle grammaticale verschijnselen, welke in de verschillende daarin vervatte geschriften voorkomen, verzameld, geschift en geordend worden. The Grammar still needs to be made from the Oera Linda Book. To this end, all grammatical phenomena, which appear in the various writings contained therein, must be collected, sorted and ordered. 3
Zulk een arbeid vereischt eene studie van vele jaren en jeugdige krachten, maar die taak moet ik op mijnen leeftijd aan anderen overlaten.

Dr. J.G. Ottema.
Such a labor requires a study of many years and youthful forces, but at my age I must leave that task to others.

Dr. J.G. Ottema.
3

No comments:

Post a Comment